De oprichters zijn minstens drie toekomstige vennoten die bij de oprichtingsakte verschijnen, hetzij in persoon, hetzij via een houder van een volmacht (authentiek of onderhands).
Indien de oprichtingsakte drie of meer vennoten die samen minstens een derde van de aandelen bezitten als oprichters aanwijst, dan kunnen de andere vennoten die bij de oprichting aanwezig zijn als gewone inschrijvers beschouwd worden.
Zij ontspringen bijgevolg de mogelijke “dans der oprichtersaansprakelijkheid” als het fout afloopt. Tijdens de opstartjaren lopen oprichters van een vennootschap namelijk een verhoogd risico op een persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid. Vandaar de term oprichtersaansprakelijkheid.