Nieuws

Coöperaties hebben eigen wetgeving nodig

Elke dag staan er in ons land ondernemende mensen op die een probleem in hun wijk of in de maatschappij willen oplossen en dat doen door er een onderneming voor op te richten. De ene groep burgers produceert groene energie, de andere opent een verpakkingsvrije winkel, of ze kopen samen elektrische wagens die ze delen. In deze coöperatieve bedrijven hebben de aandeelhouders inspraak en wordt de winst gebruikt om de onderneming en dus de maatschappelijke oplossing te doen groeien.

Bij zijn hervorming van het vennootschapsrecht, vanuit het nobele doel dit recht te vereenvoudigen, stelt minister van Justitie Geens een coöperatieve vennootschap voor die een zwakke copy-paste is van de bvba (bv in het voorstel van de minister). Dit voorstel bedreigt het coöperatieve model in België. Terwijl coöperaties juist een apart wetboek verdienen én nodig hebben.

Het coöperatief model moet opgenomen worden in de wet.

Vanuit coöperatief standpunt moet de wetgeving over coöperatieve vennootschappen de coöperatieve principes en subprincipes bekrachtigen zoals ze internationaal erkend zijn. Dat is trouwens ook de aanbeveling die terug te vinden is in de beslissingen van internationale organisaties: Aanbeveling van de ILO (2002), Communicatie van de Europese Commissie (2004), Resolutie van de VN (2009). Al die teksten verwijzen naar de internationale referentie van het coöperatieve model, beschreven door de Internationale Coöperatieve Alliantie (ICA).

De huidige Belgische wet respecteert die vereiste niet.

De huidige Belgische wetgeving is helemaal niet toereikend met betrekking tot het coöperatieve standpunt. En dat is al van bij het ontstaan van die wetgeving het geval (wet van 1873). De wet bevat maar heel weinig elementen die eigen zijn aan de geest van de coöperatie. Door die bijzonderheid in de Belgische wetgeving hebben veel ondernemers, om allerlei redenen, de coöperatieve rechtsvorm aangenomen om hun bedrijfsproject te realiseren, terwijl ze nooit de intentie hadden om de coöperatieve waarden en principes in dat project te integreren. Al 140 jaar wordt aangeklaagd dat talloze ondernemingen de coöperatieve rechtsvorm hebben aangenomen zonder dat ze een band hebben met de coöperatieve principes, wat logischerwijze leidt tot een verwarring tussen coöperatieve vennootschappen die de coöperatieve geest respecteren en anderen die enkel de vorm aannemen.

Het voorontwerp van minister Geens respecteert evenmin die vereiste.

Het huidige voorontwerp weerspiegelt evenmin de essentiële bijzonderheden van coöperaties zoals internationaal bepaald. De gekozen techniek is het verwijzen naar de bepalingen voorzien voor de besloten vennootschap (bv, vergelijkbaar met de huidige bvba), met enkele uitzonderingen. Die oplossing mankt: een coöperatie is geen variante van de besloten vennootschap, verre van. Dat is geldt uiteraard op het vlak van principes en waarden, en ook op praktisch vlak. Bovendien is het systeem met verwijzingen naar bepalingen voorzien voor de besloten vennootschappen moeilijk te hanteren. Tot slot dekt de voorgestelde definitie van coöperatieve vennootschap niet de diversiteit van de coöperaties in België, in het bijzonder niet de coöperaties van de tweede graad of bepaalde coöperatieve burgerinitiatieven.

Febecoop vraagt een wettelijke benadering die het coöperatieve model respecteert.

Om de bezwaren op filosofisch én technisch vlak onder handen te nemen, stellen wij een alternatief voor coöperatieve ontwikkeling voor dat steunt op:

Ondertekenen dit standpunt:

Meer nieuws

Al het nieuws

Meer nieuws

Al het nieuws
example

Samen gaan we verder

Heb je specifieke vragen of noden? Wij zijn er voor jou.

Contacteer ons