Smart heeft zich als organisatie de voorbije jaren sterk ontwikkeld. Vandaag is deze organisatie uitgegroeid tot een coöperatieve vennootschap met een 30.000 tal vennoten die gebruik maken van een digitaal platform voor hun zakelijke activiteiten en waarvan 60% van de activiteiten zich buiten de culturele sector situeren. Zestienduizend vennoten oefenden het voorbije jaar een activiteit uit, ondersteund door een 200 tal werknemers. De Febecoop studie ‘Voor een sociale en solidaire deeleconomie – het coöperatieve model oog in oog met de deeleconomie’ vormde een goede aanleiding om hen te interviewen
Keuze voor de coöperatieve vennootschap
In 2017 vormde de vzw Smart zich om tot een coöperatieve vennootschap. De redenen hiervoor waren vooral de mogelijkheid om de leden meer bij het beleid te betrekken en hen inspraak te geven in strategische keuzes van de organisatie. Maar ook het bewaren van de economische onafhankelijkheid van de organisatie was een belangrijk motief. Om diensten te ontwikkelen zijn financiële middelen nodig. Als je beroep doet op externe investeerders loop je het risico om je onafhankelijkheid te verliezen en dat wilde Smart liever niet.
Om vennoot te worden, koop je minstens één aandeel van 30€. Ook sta je bij elke transactie 6,5% van het gefactureerde bedrag af.
Door deze omvorming naar een coöperatieve vennootschap is het aanbod sterk veranderd, geeft Thomas Blondeel, projectmanager bij Smart aan. Zo is het aanbod van activiteiten buiten de creatieve sector sterk toegenomen: opdrachten in de vertaal- en communicatieve sector, consultants op diverse terreinen, loopbaan- en welzijn coaches zijn de voornaamste.
Het digitale platform, een centraal element binnen de zakelijke werking
Om de facturatie van zowel de artistieke als de niet-artistieke activiteiten correct te laten verlopen is een uitgebreide juridische ondersteuning en gebruiksvriendelijke software onontbeerlijk. Vandaag heeft Smart een 40-tal IT’ers in dienst die het digitale platform up-to-date houden overeenkomstig de meest recente wetgeving, en dit gevoed vanuit een juridisch departement.
Lokale verankering, regionale verschillen
Digitale platformen staan meestal voor ‘online’ relaties en geen of een beperkt aantal reële contacten. Toch heeft Smart in bepaalde regio’s naast de Smart-kantoren fysieke werkruimtes voorzien voor haar leden, bijvoorbeeld in Brussel en Luik. De lokale verankering die hierdoor ontstaat is groter dan in steden waar dit niet het geval is. Bovendien leidt dit regelmatig tot partnerschappen met andere organisaties. De oprichting van de coöperatie heeft voor Smart ook in Vlaanderen meer deuren geopend. In de toekomst zal uitbreiding via lokale verankering de nodige aandacht krijgen.
De deeleconomie, senso stricto
De ‘deeleconomie senso stricto’ als alternatief economisch project voorgesteld in de studie ‘Voor een sociale en solidaire deeleconomie’ ziet Thomas op dit ogenblik als de meest ideale manier, naast het klassieke economische model van winstmaximalisatie. Je verankert op die manier enkele belangrijke doelstellingen:
- Economisch: de mogelijkheid om samen eenzelfde doel na te streven en goedkoper toegang te krijgen tot bepaalde hulpbronnen in casu voor Smart contractuele, juridische en boekhoudkundige ondersteuning;
- Sociaal: m.b.t. Smart voorzien in de mogelijkheid om op een relatief eenvoudige manier activiteiten te kunnen uitoefenen en factureren binnen een beschermd statuut van ‘werknemer‘.
Tegelijkertijd wil Thomas Blondeel openstaan voor alternatieve economische modellen die afwijken van het ideale ‘deeleconomie senso stricto model’ en pleit hij voor een open dialoog hierover.